Cardiovasculaire risico’s van geneesmiddelen gebruikt bij ADHD

[Zie "Goed om weten"-berichten van 14 februari 2006 en 23 maart 2006 op onze website.]

Het "Drug Safety and Risk Management Advisory Committee" van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) besprak recent de cardiovasculaire risico’s van de in de Verenigde Staten gebruikte geneesmiddelen bij aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis (Attention Deficit Hyperactivity Disorderof ADHD), met name methylfenidaat en bepaalde amfetamines [rapport via http://www.fda.gov/ohrms/dockets/ac/06/briefing/2006-4202_00_TOC.htm ]. Naar aanleiding van dit rapport is een artikel gepubliceerd in N Engl J Med [2006; 354: 1445-8] . Het "Drug Safety and Risk Management Advisory Committee" stelt aan de FDA een aantal maatregelen voor i.v.m. het gebruik van methylfenidaat en andere centrale stimulantia bij ADHD, nl. toevoegen aan de bijsluiters van waarschuwingen over de cardiovasculaire risico’s, en opstellen van begeleidende informatie voor de patiënt. Het comité baseert zich voor dit voorstel op volgende argumenten.

  • De analyse van de gevallen van myocardinfarct, cerebrovasculair accident en plotse dood bij kinderen en volwassen met ADHD tijdens behandeling met methylfenidaat en andere centrale stimulantia. De geanalyseerde gevallen zijn afkomstig uit de databank van spontane meldingen van ongewenste effecten in de Verenigde Staten, beheerd door de FDA. Het gaat o.a. om 25 gevallen van plotse dood, waarbij voor een aantal van de patiënten uit autopsie-onderzoek bleek dat een congenitale hartafwijking aanwezig was; dit verhoogt natuurlijk het risico van ongewenste effecten met dergelijke middelen. De FDA-commissie stelt wel dat de meldingen geen eenduidige conclusie toelaten.
  • Het gekend effect van stoffen met sympathicomimetische eigenschappen op bloeddruk en hartfrequentie.
  • De evidentie van ernstige ongewenste effecten voor andere sympathicomimetica, met name efedrine en fenylpropanolamine [zie ook Folia december 1999 , april 2002 en april 2004 ].
  • De bevinding dat methylfenidaat en andere centrale stimulantia steeds frequenter worden gebruikt bij kinderen, en zeker bij volwassenen met ADHD.

Het rationeel en restrictief gebruik van geneesmiddelen bij ADHD wordt benadrukt in de Folia van juli 2002 en in de Transparantiefiche "Aanpak van ADHD" (december 2005).