Een behandeling van hepatitis C aan een veel lagere kostprijs: geen onbereikbare optie

De direct werkende orale antivirale middelen betekenen een vooruitgang in de behandeling van hepatitis C. Ze zijn echter zeer duur [zie Folia februari 2017] en hun gunstige effecten in termen van sustained virological respons op 12 weken (SVR12, d.w.z. afwezigheid van het virus in het bloed op 12 weken na het einde van de behandeling) moeten aangevuld worden met langetermijngegevens over risico van heropflakkering van de infectie en over morbiditeit en mortaliteit [zie Folia september 2014 en november 2017, en Repertorium hoofdstuk 11.4.5.]. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft als doel gesteld dat tegen 2030 wereldwijd 80% van de patiënten besmet met hepatitis C zou zijn behandeld. De hoge kostprijs van een behandeling (ondanks een lage productieprijs1) blijft een belangrijk obstakel voor de toegang tot deze geneesmiddelen. In de hoge-inkomenslanden, ook in België, gebeurt terugbetaling enkel onder strikte voorwaarden. In een aantal lage- en midden-inkomenslanden (o.a. Egypte, Pakistan en India) is men er in geslaagd om de kostprijs van een behandeling drastisch te verlagen door de beschikbaarheid van generische versies van onder andere sofosbuvir, ledipasvir en daclatasvir (ongeveer 500 dollar voor een behandeling van 12 weken met sofosbuvir+ledipasvir*).2 Verder zijn er ook non-profitorganisaties die, met het oog op een betere toegang tot deze middelen in lage-inkomenslanden, helpen bij het ontwikkelen van nieuwe middelen uit deze klasse (bv. ravidasvir), en grote klinische studies met deze middelen medefinancieren. Onlangs werd gerapporteerd dat de associatie sofosbuvir + ravidasvir veelbelovend is voor de behandeling van hepatitis C, met een mogelijke kostprijs van slechts 300 dollar voor een behandeling van 12 weken.3 Het is commercieel gesproken onwaarschijnlijk dat zulke lage kostprijzen in het “welvarende” België zullen aangeboden worden.
Commentaar van het BCFI. Het is de taak van de beleidsmakers om ook voor de direct werkende antivirale middelen bij hepatitis C te blijven onderhandelen met de bedrijven om te komen tot een transparante en verantwoordbare prijs [zie ook het artikel “Hoe duur mogen geneesmiddelen zijn? Het voorbeeld van hepatitis C-middelen” in de Folia van februari 2017]. In het geval van deze antivirale middelen bij hepatitis C kan in sommige gevallen overwogen worden de behandeling nog uit te stellen, bv. wanneer er klinisch geen hoogdringendheid is, dit in afwachting van goedkopere varianten.

*Ter vergelijking: voor de specialiteit op basis van sofosbuvir + ledipasvir (Harvoni®) in België vermeldt het BCFI een prijs van € 18.285 per verpakking (dit is de “prijs buiten bedrijf” + 6% BTW, waarbij geen rekening wordt gehouden met eventuele onderhandelingsmarges tussen ziekenhuis en firma). Dit betekent een kostprijs van ongeveer € 55.000 voor een behandeling van 12 weken. De reële prijs betaald door het RIZIV (in die gevallen waarvoor aan de voorwaarden voor terugbetaling voldaan is) is niet gekend, gezien voor dergelijke middelen de prijsafspraken tussen de overheid en de bedrijven in vele gevallen vertrouwelijk zijn.

Specifieke bronnen

1 http://www.who.int/hepatitis/news-events/hep-c-access-report-2018-key-messages/en/​
2 http://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/hepatitis-c​
http://www.who.int/medicines/areas/access/hepCtreat_key_facts/en/
3 https://www.dndi.org/2018/media-centre/press-releases/new-affordable-hepatitis-c-combination-treatment-shows-97-cure-rate/