Medegedeeld door het Centrum voor Geneesmiddelenbewaking
Vermindering van de doeltreffendheid van hormonale urgentie-anticonceptie door enzyminductoren

Bijwerking melden of PDF voor het melden van vermoede ongewenste effecten.

Samenvatting
Urgentie-anticonceptie op basis van levonorgestrel of ulipristal kan falen bij vrouwen die op dat moment of in de vier voorafgaande weken een enzyminductor gebruik(t)en. Bij deze vrouwen dienen de adviezen rond urgentie-anticonceptie te worden aangepast.

In het kader van hormonale urgentie-anticonceptie wordt levonorgestrel, een progestageen, of ulipristal, een selectieve progestageenreceptor-modulator, gebruikt. Levonorgestrel moet ingenomen worden binnen de 72 uur na een niet-beschermd seksueel contact, ulipristal binnen de 5 dagen. De doeltreffendheid van levonorgestrel en ulipristal kan echter verminderd worden door interacties met geneesmiddelen die hun plasmaconcentraties doen dalen. In dat geval moeten de adviezen rond urgentie-anticonceptie aangepast worden. De betreffende interagerende geneesmiddelen zijn de CYP3A4-inductoren en ritonavir.

  • De CYP3A4-inductoren waarvan men verwacht dat ze de klinisch meest relevante interacties zullen geven zijn dabrafenib, enzalutamide, rifampicine, sint-janskruid en bepaalde anti-epileptica zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon, maar ook minder sterke inductoren kunnen van invloed zijn (zie Tabel Ic in Inl.6.3.).

  • Ritonavir heeft, naast een inhiberend effect ter hoogte van CYP3A4, ook een inducerend effect ter hoogte van glucuronyltransferase, een enzym dat eveneens betrokken is in het metabolisme van levonorgestrel. Een daling van de levonorgestrel-plasmaconcentraties is daardoor te verwachten. Het mechanisme van interactie van ritonavir met ulipristal is onduidelijk; volgens de SKP van EllaOne® (ulipristal) kan ritonavir bij langdurig gebruik CYP3A4 induceren, maar een dergelijk effect wordt niet vermeld in onze interactiebronnen.

Adviezen rond urgentie-anticonceptie bij vrouwen die behandeld worden met een enzyminductor of er in de vier voorafgaande weken mee werden behandeld

Levonorgestrel

  • Levonorgestrel wordt beter niet gebruikt en het plaatsen van een intrauterien koperspiraaltje (koper-IUD) is de eerste keuze. Het koper-IUD mag tot 5 dagen na het niet-beschermd seksueel contact geplaatst worden.

  • Als het plaatsen van een koper-IUD niet haalbaar is of gecontra-indiceerd is (bij aanwezigheid van SOA bijvoorbeeld), wordt een dubbele dosis levonorgestrel aanbevolen (3 mg in één dosis in plaats van 1,5 mg, binnen de 72 uur na het niet-beschermd seksueel contact).

Ulipristal

Ulipristal wordt evenmin aanbevolen en ook hier is het plaatsen van een koper-IUD de beste optie. Het verdubbelen van de dosis van ulipristal wordt niet aanbevolen.

Enkele referenties

Informatie verstrekt onder het gezag van het fagg: Levonorgestrel bevattende hormonale noodanticonceptie (Postinor, Levodonna, Norlevo): nieuw advies voor gebruikers van leverenzyminducerende stoffen. Directe communicatie aan de gezondheidszorgbeoefenaars. 12/07/2016. https://www.fagg-afmps.be/sites/default/files/dhpc_levonorgestrel_nl_-_website.pdf

Clinical Effectiveness Unit, FSRH of the Royal College of Obstetricians and Gynaecologists. Drug interactions with hormonal contraception, 2012. http://www.fsrh.org/standards-and-guidance/documents/ceu-guidance-drug-interactions-with-hormonal-contraception-jan/

Martindale (elektronische versie, laatste maal geraadpleegd op 22/09/16)

Stockley’s Drug Interactions (elektronische versie, laatste maal geraadpleegd op 22/09/16)

SKP EllaOne®